Toen werd Jesus door den Geest naar de woestijn geleid, om door den duivel te worden bekoord.
En nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, kreeg Hij honger.
De bekoorder naderde Hem, en zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen brood moeten worden.
Maar Hij antwoordde: Niet van brood alleen leeft de mens, doch van ieder woord, dat komt uit de mond van God.
Toen voerde de duivel Hem naar de heilige stad, plaatste Hem op het dakterras van de tempel,
en zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp U dan naar beneden. Want er staat geschreven: "Zijn engelen zal Hij over u bevelen, en zij zullen u op de handen dragen, opdat ge aan geen steen uw voet zoudt stoten".
Jesus zeide hem: Er staat ook geschreven: "Gij zult den Heer uw God niet beproeven".
Weer nam de duivel Hem mee naar een zeer hoge berg, en toonde Hem alle koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid.
En hij zeide: Dit alles zal ik U geven, zo Gij neervalt en mij aanbidt.
Toen sprak Jesus: Ga heen, satan; want er staat geschreven: "Gij zult den Heer uw God aanbidden, en Hem alleen dienen".
Toen verliet Hem de duivel, en zie, de engelen naderden, en dienden Hem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten