Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 23,35-43.
Het volk stond toe te zien; maar de oversten beschimpten Hem, en zeiden: Anderen heeft Hij gered, laat Hij nu Zichzelf eens redden, zo Hij de uitverkoren Christus van God is.
Ook de soldaten bespotten Hem; ze kwamen Hem azijn aanbieden,
en zeiden: Zo Gij de Koning der Joden zijt, red dan Uzelf.
En boven zijn hoofd stond als opschrift: Dit is de Koning der Joden.
Ook één der gekruisigde misdadigers begon Hem te honen, en zeide: Zijt Gij de Christus niet? Red Uzelf dan en ons!
Maar de ander strafte hem af, en gaf hem ten antwoord: Vreest ge God nòg niet, nu ge toch dezelfde straf ondergaat?
En wij te recht, wij krijgen ons verdiende loon; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.
Toen zeide hij: Jesus gedenk mijner, wanneer Gij in uw rijk zijt gekomen.
En Jesus sprak tot hem: Voorwaar, Ik zeg u: heden zult ge met Mij zijn in het paradijs.
Het volk stond toe te zien; maar de oversten beschimpten Hem, en zeiden: Anderen heeft Hij gered, laat Hij nu Zichzelf eens redden, zo Hij de uitverkoren Christus van God is.
Ook de soldaten bespotten Hem; ze kwamen Hem azijn aanbieden,
en zeiden: Zo Gij de Koning der Joden zijt, red dan Uzelf.
En boven zijn hoofd stond als opschrift: Dit is de Koning der Joden.
Ook één der gekruisigde misdadigers begon Hem te honen, en zeide: Zijt Gij de Christus niet? Red Uzelf dan en ons!
Maar de ander strafte hem af, en gaf hem ten antwoord: Vreest ge God nòg niet, nu ge toch dezelfde straf ondergaat?
En wij te recht, wij krijgen ons verdiende loon; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.
Toen zeide hij: Jesus gedenk mijner, wanneer Gij in uw rijk zijt gekomen.
En Jesus sprak tot hem: Voorwaar, Ik zeg u: heden zult ge met Mij zijn in het paradijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten