En de apostelen zeiden tot den Heer: Vermeerder ons geloof.
En de Heer sprak: Zo gij een geloof had als een mosterdzaadje, dan zoud gij tot deze moerbei zeggen: Trek uw wortels uit, en plant u in zee; en hij zou u gehoorzamen.
Wie van u, die een knecht heeft, ploeger of veehoeder, zal tot hem zeggen. als hij thuis komt van het veld: Kom gauw hier aan tafel?
Neen; zal hij niet tot hem zeggen: Maak mijn eten klaar; omgord u, en bedien me, totdat ik klaar ben met eten en drinken; daarna kunt ge zelf eten en drinken?
Is hij den knecht soms dankbaar, omdat hij deed wat bevolen was?
Zo moet ook gij, wanneer gij alles gedaan hebt wat u bevolen is, nog zeggen: We zijn onnutte knechten; we hebben alleen maar gedaan, wat we moesten doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten