Toen zij de synagoge hadden verlaten, begaven zij zich, van Jakobus en Johannes vergezeld, rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas.
De schoonmoeder van Simon lag ziek aan de koorts; en aanstonds vertelden ze het Hem.Hij trad nader, vatte haar bij de hand, en richtte haar op; de koorts verliet haar, en ze bediende Hem.Toen het avond was geworden en de zon was ondergegaan, bracht men alle zieken en bezetenen naar Hem toe;de hele stad stond voor de deur bijeen.En Hij genas er velen, die aan verschillende kwalen leden. Ook dreef Hij veel duivels uit; maar Hij liet niet toe, dat de duivels zeiden, dat ze Hem kenden.Zeer vroeg in de morgen stond Hij op, en ging heen; Hij begaf zich naar een eenzame plaats, om er te bidden.Simon en zijn gezellen gingen Hem achterna,vonden Hem, en zeiden: Iedereen zoekt U.Maar Hij sprak tot hen: Laten we naar de omliggende dorpen gaan, om ook daar te preken; want daartoe ben Ik gekomen.Zo trok Hij heel Galilea rond: Hij preekte in hun synagogen, en dreef de duivels uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten