Lezing uit het boek Leviticus 19,1-2.17-18.
Jahweh sprak tot Moses:
Beveel heel de gemeenschap van Israëls kinderen, en zeg hun: Weest heilig; want Ik, Jahweh uw God, ben heilig!
Gij moogt tegen uw broeder geen haat koesteren. Gij moet uw naaste terecht wijzen, om niet medeplichtig te worden aan zijn zonde.
Neem geen wraak en blijf ook geen wraak koesteren tegen de zonen van uw volk, maar bemin uw naaste gelijk uzelf. Ik ben Jahweh!
Psalmen 103(102),1-2.3-4.8.10.12-13.
Van David. Loof Jahweh, mijn ziel, Heel mijn binnenste zijn heilige Naam;
Loof Jahweh, mijn ziel, En vergeet zijn talloze weldaden niet!
Hij is het, die al uw zonden vergeeft, En al uw zwakheid geneest;
Die uw leven behoedt voor het graf, U kroont met genade en ontferming;
Maar Jahweh is ook barmhartig en genadig, Lankmoedig en rijk aan ontferming:
Hij vergeldt ons niet naar onze zonden, En straft ons niet naar onze schuld.
Zo ver het oosten staat van het westen, Werpt Hij onze schuld van Zich af;
Zoals een vader zich over zijn kinderen ontfermt, Ontfermt Zich Jahweh over hen, die Hem vrezen:
Lezing uit de 1e brief van de apostel Paulus aan de Corinthiërs 3,16-23.
Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat Gods Geest in u woont?
Zo iemand Gods tempel ten verderve brengt, dan zal God ook hem verderven. Want heilig is Gods tempel, en dat zijt gij.
Niemand bedriege zichzelf Zo iemand wijs onder u meent te zijn, hij moet dwaas naar deze wereld worden, om wijs te zijn.
Immers de wijsheid dezer wereld is dwaasheid voor God. Want er staat geschreven: "Hij, die de wijzen in hun eigen arglistigheid vat."
En eveneens: "De Heer weet, dat de gedachten der wijzen ijdel zijn."
Niemand mag dus op mensen roemen. Want alles is het uwe:
Paulus, Apollo, Kefas, wereld, leven, dood, heden, toekomst. Alles is het uwe;
maar gij behoort aan Christus, en Christus aan God.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Mattheus 5,38-48.
Gij hebt gehoord, dat gezegd is: Oog voor oog, tand voor tand.
Maar Ik zeg u, geen weerstand te bieden aan het onrecht. Als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe.
Wil iemand u voor het gerecht dagen, en u het onderkleed nemen, laat hem ook de mantel.
Dwingt iemand u duizend schreden te gaan, leg er met hem tweeduizend af.
Geef aan wie u iets vraagt; en wend u niet af van hem, die bij u lenen wil.
Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Uw naaste zult ge beminnen, en uw vijand zult ge haten.
Maar Ik zeg u: Bemint uw vijanden, en bidt voor wie u lasteren en vervolgen;
opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader in de hemel, die zijn zon doet opgaan over slechten en goeden, en het regenen laat over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Want zo gij bemint, die u liefhebben, welk loon zult gij dan ontvangen? Doen dat ook de tollenaars niet?
En zo gij alleen uw broeders groet, wat bijzonders doet gij dan wel? Doen dat ook de heidenen niet?
Weest dus volmaakt, zoals uw hemelse Vader volmaakt is.
Overweging bij de lezing van vandaag: : Aelred van Rievaulx
"Bemint uw vijanden"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten