Een wijze zoon geeft zijn vader veel vreugde,
een dwaze zoon bezorgt zijn moeder verdriet.
2 Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet,
rechtvaardigheid redt van de dood.
3 De HEER laat een rechtvaardige geen honger lijden,
hij geeft niet toe aan de begeerte van een goddeloze.
4 Luie handen maken arm,
ijverige handen brengen rijkdom.
5 Een zoon die in de zomer oogst, is verstandig,
slaapt hij in de oogsttijd, dan maakt hij zijn ouders te schande.
6 Een rechtvaardige wordt rijk gezegend,
de woorden van een goddeloze verhullen geweld.
7 De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen,
de naam van goddelozen vergaat.
8 Een wijze doet wat hem geboden wordt,
een bedrieger komt ten val.
een dwaze zoon bezorgt zijn moeder verdriet.
2 Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet,
rechtvaardigheid redt van de dood.
3 De HEER laat een rechtvaardige geen honger lijden,
hij geeft niet toe aan de begeerte van een goddeloze.
4 Luie handen maken arm,
ijverige handen brengen rijkdom.
5 Een zoon die in de zomer oogst, is verstandig,
slaapt hij in de oogsttijd, dan maakt hij zijn ouders te schande.
6 Een rechtvaardige wordt rijk gezegend,
de woorden van een goddeloze verhullen geweld.
7 De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen,
de naam van goddelozen vergaat.
8 Een wijze doet wat hem geboden wordt,
een bedrieger komt ten val.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten