Toen Hij eens in de eenzaamheid aan het bidden was, en de leerlingen bij Hem waren, stelde Hij hun de vraag: Wien zegt het volk, dat Ik ben?
Ze antwoordden: Johannes de Doper; anderen: Elias; anderen weer: Een van de oude profeten is verrezen.
Hij zeide hun: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Petrus antwoordde: De Christus van God.
En Hij verbood hun ten strengste, dit aan iemand te zeggen.
Nu zeide Hij: De Mensenzoon zal veel moeten lijden, en verworpen worden door de oudsten en opperpriesters en schriftgeleerden. Hij zal worden gedood, en op de derde dag verrijzen.
Nu sprak Hij tot allen: Zo iemand mijn volgeling wil zijn, dan moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen iedere dag, en Mij volgen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het redden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten