Daar reeds velen ondernomen hebben, een verhaal samen te stellen van de gebeurtenissen, die onder ons zijn geschied,
en zoals ze ons door de eerste ooggetuigen en bedienaars van het Woord zijn overgeleverd,
kwam het ook mij wenselijk voor, beste Teófilus, na alles, van de aanvang af, nauwkeurig te hebben onderzocht, het ordelijk voor u te beschrijven,
om u de waarachtigheid te doen zien van de leer, waarin ge onderwezen zijt.
Toen keerde Jesus in de kracht van den Geest naar Galilea terug. En zijn faam drong heel de omtrek door.
Hij gaf onderricht in hun synagogen, en werd door allen geëerd.
Zo kwam Hij ook te Názaret, waar Hij was groot gebracht, en ging naar gewoonte op de sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond, om de voorlezing te houden,
reikte men Hem het boek van den profeet Isaias over. Hij rolde het boek open, en trof de plaats, waar geschreven staat:
De Geest des Heren rust op Mij; Want Hij heeft Mij gezalfd, Om aan armen de blijde boodschap te brengen.
Hij heeft Mij gezonden, Om aan gevangenen verlossing, Aan blinden genezing te verkondigen; Om verdrukten in vrijheid te stellen, Om aan te kondigen het genadejaar van den Heer.
Toen rolde Hij het boek dicht, gaf het aan den beambte terug, en zette Zich neer. Aller ogen waren in de synagoge op Hem gevestigd.
Nu ving Hij aan, en sprak tot hen: Heden is het Schriftwoord, dat gij gehoord hebt, vervuld.
Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling
Geen opmerkingen:
Een reactie posten