Maar Jesus sprak tot hen: Ze behoeven niet te gaan; geeft gij hun te eten.
Ze antwoordden: We hebben hier slechts vijf broden en twee vissen.
Hij zei hun: Brengt ze Mij hier.
En nadat Hij de scharen bevolen had, zich neer te zetten op het gras, nam Hij de vijf broden en de twee vissen, zag op ten hemel en sprak er de zegen over uit: Hij brak de broden en gaf ze aan de leerlingen, en de leerlingen gaven ze aan het volk.
Allen aten. en werden verzadigd. En ze verzamelden het overschot der brokken: twaalf korven vol.
Het waren ongeveer vijfduizend mannen, die hadden gegeten, behalve nog de vrouwen en kinderen.
Toch heeft Jezus met de mensen te doen. Hij zet zijn eigen gevoel opzij. Praat met de mensen, geneest zieken, geeft wat ze nodig hebben. Brood en vis.